Optimalisatie waterberging?

Waterschap Noorderzijlvest is een project gestart om de waterberging van De Onlanden te optimaliseren. In het projectbesluit voor de optimalisatie van de waterberging in De Onlanden staat het volgende: “Hoewel er na 1998 verschillende grootschalige maatregelen zijn getroffen om wateroverlast tegen te gaan, zoals de inrichting van De Onlanden als natuur- en waterbergingsgebied […] hebben de betrokken overheden in het project ‘Droge Voeten 2050’ onderzocht of er in de toekomst, o.a. als gevolg van verdergaande klimaatverandering, aangepaste veiligheidsnormen en bodemdaling door aardgaswinning, meer maatregelen nodig zijn. Dat bleek het geval.” Uit een maatregelenstudie die in 2014 is uitgevoerd bleek dat het optimaliseren van de waterberging in De Onlanden een (kosten) effectieve maatregel is om wateroverlast in de toekomst tegen te gaan. Hiervoor moeten de bestaande dijken worden opgehoogd en vaste stuwen worden vervangen door beweegbare. De Onlanden zal daarmee veranderen van een ‘meebewegende berging’, waarin het waterpeil meebeweegt met het boezempeil, naar een gestuurde berging. De opgave is een extra bergingscapaciteit van 5,2 miljoen m3.
Klik hier voor informatie van het waterschap.

 Als stichting Natuurbelang De Onlanden hebben we onze zienswijze gegeven op het projectbesluit. Wij onderschrijven de noodzaak en de urgentie van extra waterberging en de daarvoor gekozen algemene strategie: het water zo veel mogelijk vasthouden, dan (wanneer nodig) bergen en tenslotte afvoeren naar zee. Ten opzichte van het projectvoorstel zien wij echter kansen voor meer integrale oplossingen met meerwaarde voor natuur. Deze hebben wij in onze inspraakreactie verwoord.
Klik hier wanneer u de volledige reactie wilt lezen.

Locatie waar de zuidslenk in het Leekstermeer uitmondt. Hier wordt door het waterschap, in plaats van de huidige stenen, een regelbare stuw voorgesteld. Juist de stenen dam maakt het achterliggende gebied een voor natuur belangrijk ontoegankelijk rustgebied. Foto door Wim van Boekel

Kort samengevat luidt onze reactie:

  • De plannen, zoals gepresenteerd in de ‘Toelichting projectbesluit en milieueffectrapportage’ leveren significante schade op aan natuur. Verstoring van de Blauwvennen, gelegen ten oosten van het Leekstermeer, is daarbij een belangrijk zorgpunt.
  • Er liggen kansen om de natuur te versterken, maar de insteek van het voorliggende alternatief uit de Toelichting is vooral om de natuur ‘zo min mogelijk te schaden’. Dit is strijdig met de huidige status van natuurbescherming en gezien de huidige biodiversiteitscrisis een gemiste kans.
  • Wij pleiten er daarom voor om meer toekomstgericht en integraal naar de wateropgave te kijken. Niet alleen de natuur heeft hier baat bij, het biedt ook kansen voor extra waterberging en recreatie.
  • De door ons voorgestelde drie alternatieven dragen allen sterk bij aan de hoogwaterbescherming die in 2025 bereikt moet zijn, terwijl ontoelaatbare schade door met name de aanleg van de kade en beweegbare stuwen langs de oostkant van het Leekstermeer wordt voorkomen.
  • De door ons voorgestelde variant ‘Optimalisatie Maximaal Breed’ heeft de voorkeur omdat deze zowel de meest robuuste zelfredzame natuur mogelijk maakt als meer ruimte voor waterberging in de breedte in plaats van in de hoogte.
  • De door ons voorgestelde variant ‘Uitbreiding Matsloot/Polder Lage Land’ biedt vooral extra kansen voor de toekomst. De waterbergingsopgave zal naar verwachting groter worden dus de vraag naar ruimte voor waterberging zal toenemen. Deze variant biedt kans om een grote, significante plus voor de natuur te realiseren omdat het een oplossing biedt voor een belangrijk knelpunt in de verbinding van het Eelder- en Peizerdiepsysteem met het noordelijk deel van het stroomgebied, Reitdiepdal en Lauwersmeer.

Wij volgen dit project nauwgezet en zullen waar nodig de natuurstem in het project inbrengen.