Nieuws

Aanpassen aan een veranderende wereld - 29 september 2024

Als samenleving staan we voor een groot aantal uitdagingen in het landelijk gebied. Om er een paar te noemen: verlies van biodiversiteit, een veranderd klimaat, onze voedselproductie die in transitie moet en verslechterende kwaliteit van lucht, water en bodem. Met een almaar groeiende bevolking neemt de druk op de ruimte ook hier in het Noorden toe.

De Onlanden is een mooi voorbeeld van hoe ruimte geven aan natuur én aan natuurlijke processen een antwoord kan zijn op deze uitdagingen. Maar het natuurgebied is en blijft alleen mooi wanneer het voldoende en schoon water ontvangt. De uitdagingen daarvoor liggen in de bovenlopen, het Eelder- en Peizerdiep.

Onze verwachting is dat ‘technische’ en begrensde oplossingen (hoewel nodig) uiteindelijk onvoldoende zullen zijn om de uitdagingen het hoofd te bieden. Wij denken dat, voor een echt toekomstbestendige wereld, een andere relatie tussen mens en leefomgeving nodig is. Een relatie waarin zorg voor voldoende schoon water en een gezonde, levende bodem de basis vormen.

Zo’n verandering gaat niet vanzelf. Het vraagt kennis over en verbinding met onze leefomgeving, bewustwording en verwondering. Het vraagt een ‘nieuw narratief’ waarin de mens niet meer boven maar in de natuur staat en ‘benutten van’ verschuift naar ‘zorgen voor’.

Om te verkennen hoe we naar zo’n nieuw narratief kunnen komen, zijn we een samenwerking aangegaan met de Drentse Natuur en Milieufederatie en de universiteit van Groningen. Op 16 september sprak ik met de wetenschapswinkels van de technische- en de menswetenschappen over hoe we verhalen op kunnen halen én deze op een betekenisvolle manier kunnen hervertellen. Daarbij zien we een belangrijke rol voor de kunsten. Een paar dagen later sprak ik met wetenschappers die zich met water bezighouden over hoe we heel gebiedsgericht en in samenwerking tussen inwoners – onderwijs/wetenschap – politiek/bestuur narratieven kunnen vinden waarmee we klimaatverandering het hoofd kunnen bieden en onze leefomgeving (water, bodem en lucht) weer gezond kunnen maken. Afgelopen vrijdag sprak ik tijdens een lunchbijeenkomst met het Environmental Humanities netwerk van de RUG over de rol van taal en filosofie in deze vraagstukken.

Wij denken dat De Onlanden en haar bovenlopen een geschikte schaal hebben om hiernaar op zoek te gaan en we hopen samen met wetenschap en onderwijs voorzetten te kunnen doen voor het regionale maatschappelijke debat over deze thema’s. Vanaf november gaan een aantal studenten met De Onlanden aan de slag.

Door Lieselot Smilde, 29 september 2024

 

De grote Zilverreiger - september 2024

 

Al wandelend of fietsend door de Onlanden zijn ze bijna niet te missen. Witte vogels in de verte of soms wat dichterbij. Als jij te dichtbij komt vliegen ze met een vreemd krassend geluid van je weg. Het is als ze wegvliegen goed te zien dat je met een echte reiger te maken hebt. Ze vliegen met die karakteristieke ingetrokken nek en kromme vleugels, net als de blauwe reiger.

Wat veel mensen niet weten is dat deze vogelsoort tot voor kort helemaal niet in Nederland en laat staan in de Onlanden voorkwam. Op de informatieborden van de herinrichting stond de soort al afgebeeld. Niet wetend of ze ooit de Onlanden zouden vinden. Tegenwoordig staat de soort prominent afgebeeld op de welkomstborden van Natuurmonumenten.

De dichtstbijzijnde plek om deze grote zilverreigers, want zo heten ze, te zien in de jaren 80 van de vorige eeuw was de Neusiedlersee op de grens van Oostenrijk en Hongarije! Daar was de enige broedkolonie die overgebleven was na de uitroeiing van de grote zilverreigers aan het begin van de vorige eeuw. De mooie sierveren in de nek tijdens het broedseizoen, stonden zo leuk op dameshoedjes dat de complete populatie de nek werd omgedraaid.

Tegenwoordig zijn ze in de Onlanden een normale verschijning geworden, hoe zit dat?

Toen zuidelijk Flevoland (nu voornamelijk Almere dus) droogviel, ontstonden de Oostvaardersplassen, 6000 ha. moeras. Op een of andere manier hebben zwervende grote zilverreigers die plek ontdekt. In eerste instantie brachten ze er de zomer door, wat later was er af en toe een jaar dat er een paartje ging broeden, weer later ontstond er een kleine broedkolonie en dat was het begin van een europees succesverhaal!

Het succes van de grote zilverreiger is mede te danken aan een betere bescherming van de soort, maar een veranderende voedselkeuze speelt volgens mij ook een rol. Uit onderzoek van de maaginhoud, halverwege de vorige eeuw, bleek het voedsel van de grote zilverreiger voor het overgrote deel te bestaan uit vis. De conclusie was: deze soort is afhankelijk van ondiep helder water. Geen ondiep helder water met lekker veel visjes erin, geen grote zilverreigers.

Zilverreiger – Foto: Ko Katsman

Tegenwoordig zie je in de Onlanden (en de rest van Nederland) de grote zilverreiger net zo vaak in het water staan als op het land.

Ik heb een tijd zitten kijken naar 4 zilverreigers op het pas gemaaide land bij de Weeringsedijk. Ze aten daar kikkers en tot 3 keer toe een muis. Misschien heeft de ruimere voedselkeus dus ook wel een rol gespeeld bij het succes van de grote zilverreiger.

Net als veel andere soorten slapen grote zilverreigers graag gezamenlijk. Daar heb je veilige en rustige plekken voor nodig, die zijn er gelukkig nog in de Onlanden. Op 8 september sliepen er 183 bij elkaar!

Overigens heeft de komst van de grote zilverreiger geen nadelige gevolgen gehad voor de blauwe reiger. De populatie blauwe reigers blijft gelukkig stabiel!

Jaap van der Steen

 

Keveronderzoekers in de Onlanden

 

Enkele deelnemers zoeken de kevers uit het klopnet uit – foto: Barend van Maanen

In het weekend van 30 augustus – 1 september zijn 20 keverexperts actief geweest in de Onlanden. Doel van deze excursie was het inventariseren van aanwezige soorten. Nederland telt ruim 4200 soorten kevers (Coleoptera). Deze worden onderzocht door leden van de Sektie Everts, de keversectie van de Nederlandse Entomologische Vereniging https://nev.nl/secties/kevers/.

De deelnemers kregen op de eerste avond informatie over het gebied. Michel Wijnhold van Stichting Natuurbelang de Onlanden vertelde over de historie, de mogelijk interessante gebiedsdelen en hoe deze te bereiken. Het hele gebied omvat meer dan 3000 ha! Om dit in drie dagen met 20 deelnemers in zijn geheel te onderzoeken is onmogelijk. In groepjes van twee tot vier personen onderzochten we verschillende, meest interessante delen in het gebied.

Voor het onderzoek gebruikten we verschillende methoden. Met een waternet zochten we waterkevers, met een sleepnet vingen we kevers op planten en het klopnet met klopstok gebruikten we om kevers uit bomen en struiken te kloppen. Ook zochten we op bloeiende planten (stuifmeel- en bladereneters) en strooisel. Bladeren en hopen gras of hooi werden gezeefd met een zogenaamde keverzeef. Bij deze laatste methode vinden we vooral piepkleine (één tot enkele mm) kevers, die hierin verscholen zitten. Een methode die andere en vaak ook bijzondere soorten oplevert is de stofzuiger(val), waarmee (dode) planten en de bodem als het ware worden gestofzuigd en de aanwezige kevers worden opgevangen in een net.

De inventarisatiedagen zijn goed besteed. In de avonduren zijn de verzamelde kevers bekeken en besproken en zo nodig meegenomen voor verdere determinaties. Veel keversoorten zijn klein en moeten onder de microscoop op kleine details worden bekeken om tot de juiste soortnaam te komen. Van alle verzamelde exemplaren zijn zorgvuldig alle vindplaatsgegevens en omstandigheden genoteerd, zodat later exact bekend is waar en hoe ze zijn aangetroffen. Deze exemplaren worden niet weggedaan, maar uiterst precies gereed gemaakt om te worden opgenomen in collecties, zodat ze ook later nog beschikbaar blijven voor studiedoeleinden.

Tenslotte worden alle aangetroffen soorten in een eindlijst per deelgebied opgesomd en besproken in het eindverslag. Dit verslag zal naar verwachting in de loop van komend jaar verschijnen en worden gepubliceerd op de internetsite van de Sectie Everts: https://nev.nl/secties/kevers/ onder “Nieuwsbrief”. Enkele deelnemers hebben al een aantal gedetermineerde keversoorten op internet geplaatst onder Waarneming.nl.

Door Gert van Ee

 

Wat kunnen we doen voor de bevers en otters in De Onlanden?

Foto: Otterpootjes / Fotograaf: Sonja van der Wijk

Door het jaar heen volgen vrijwilligers van de Onlanden bever- en otterwerkgroep van de Zoogdierenvereniging het wel en wee van de bevers en de otters in De Onlanden. Dan doen ze door te speuren naar sporen en door het plaatsen van wildcamera’s op strategische plekken. Elk jaar wordt daarvan een rapportage gemaakt. Deze zijn te vinden op onze rapportagepagina. Naar aanleiding van de rapportage hebben we overleg met de terreinbeheerders, gemeenten, provincies, waterschap en Rijkswaterstaat. Dat doen we omdat nog relatief veel dieren slachtoffer worden van het verkeer rond het natuurgebied.

Vanwege de ondoordringbaarheid en het vele water in De Onlanden is het een erg geschikt gebied voor otters om hun jongen in alle rust groot te brengen. Vanuit De Onlanden kunnen dieren naar andere natuurgebieden trekken: naar de beken in het zuiden, het Reitdiep in het Noorden naar de natte laagveengebieden die zich ten oosten en westen van De Onlanden uitstrekken met het Paterswoldsemeer, Zuidlaardermeer en Schildmeer. Veilige verbindingen tussen deze gebieden zijn niet alleen van belang voor otters maar voor alle dieren die deze natuurgebieden rijk zijn. Veel uitwisseling bevordert de genetische diversiteit en zorgt ervoor dat populaties niet geïsoleerd komen te liggen en dus kwetsbaar worden voor lokaal uitsterven.

Vorig jaar zijn een aantal knelpunten in de verbindingen tussen de natuurgebieden benoemd. Voor de knelpunten langs de N372 Rondweg Roden en de Groningerweg door Peizermade zijn concrete maatregelen benoemd die de komende jaren, in combinatie met wegonderhoud, uitgevoerd zullen worden. Voor de A7 en de A28 zijn ter hoogte van Leek en Marum maatregelen benoemd die bij lopende/geplande projecten meegenomen worden. Eigenlijk liggen er nog maar twee duidelijke knelpunten net ten oosten van De Onlanden: bij de Meerweg tussen Paterswolde en Haren, ter hoogte van De Drie Provinciën en de Groningerweg ter hoogte van het Elsburger Onland. Deze punten liggen op de kortste waterverbinding tussen het Friesche Veen/Paterswoldsemeer en het Eelderdiep en vormt daarmee een belangrijke verbinding tussen het dal van de Drentsche Aa en De Onlanden. Gemeenten en provincies hebben toegezegd te zoeken naar oplossingen.

Een ander aandachtspunt is de ecologische verbinding tussen De Onlanden naar het noorden, naar Reitdiep, Lauwersmeer en Waddenzee. De wens om een robuuste ecologische zone langs de Zuidwending aan te leggen lijkt door de overheden breed gedragen te worden, zo blijkt uit het eindrapport van de Gebiedsontwikkeling Westpoort Matsloot die de afgelopen jaren zijn opgesteld. Onze Natuur- en Landschapsvisie Westpoort Matsloot is daar input voor geweest. Het is onderdeel van de provinciale verbindingszone van De Onlanden naar het Lauwersmeer en de gemeente Groningen is bezig met het uitwerken van het gedeelte langs Westpoort II en III. De uitwerking lijkt echter opgeknipt te worden per gemeente waarbij de bredere gedachte van het op regionale schaal verbinden van natuurgebieden en het integraal verbinden van opgaven in het landelijk gebied wat uit beeld lijkt te raken. We zijn blij dat er gestart is met de uitwerking van de verbindingszone maar houden vinger aan de pols.

Lieselot Smilde, 20 augustus 2024

 

De zoektocht naar gebieden waar drinkwater gewonnen kan worden.

ASV zoekgebieden

Omdat het klimaat veranderd en de vraag naar drinkwater stijgt, zijn de provincies en de waterbedrijven op zoek naar aanvullende drinkwatervoorraden. Dat zijn gebieden waar het grondwater beschermd wordt zodat het, wanneer dat nodig is, gewonnen kan worden om drinkwater van te maken. Het gebied tussen Leek en Roden is één van die zoekgebieden.

Het zoekgebied ligt voor een groot deel in het beeksysteem van het Eelder- en Peizerdiep en De Onlanden. De natuur is daar afhankelijk van een goed functionerend watersysteem met voldoende schoon grond- en oppervlaktewater. De kwaliteit en kwantiteit van het grondwater staan al onder druk en wanneer er extra grondwater gewonnen gaat worden, betekent dat een extra belasting. Hoewel het om strategische voorraden gaat die niet direct ingezet hoeven worden, pleiten wij ervoor om nu al te werken aan een goede grondwateraanvulling. Niet alleen in het gebied waar de winning zal plaatsvinden maar in het gehele beeksysteem zodat dit hydrologisch voldoende robuust is om water uit te kunnen ‘oogsten’ zonder dat dit negatieve effecten heeft op de natuur binnen het stroomgebied. Dergelijke maatregelen vragen tijd dus het is belangrijk om er nu al mee te beginnen.

Kort voor de zomer heeft de provincie Groningen inloop avonden gehouden. Meer informatie is op de website van de provincie Groningen vinden. Wij hebben we de provincie een inspraakreactie gestuurd. Deze kunt u lezen op de publicatiepagina van onze website.

Lieselot Smilde, 20 augustus 2024

 

We zijn genomineerd voor de Groene Anjer Drenthe!

IJsvogel, foto: Arjen van Delden

IJsvogel, foto: Arjen van Delden

Het Cultuurfonds Drenthe reikt jaarlijks de Groene Anjer Prijs uit. Uit het persbericht dat eerder deze week verscheen: “Met deze prijs willen we graag vrijwilligers in het zonnetje zetten die zich inzetten voor natuur, landschap, erfgoed en biodiversiteit in Drenthe. Een gezonde natuur en een gevarieerd landschap zijn onmisbaar. Veel mensen maken zich hier zorgen om en zetten zich hiervoor in. Gelukkig zijn er veel vrijwilligers die proberen om de natuur en het landschap in onze provincie zo mooi mogelijk en toegankelijk te houden. Door die vrijwilligers kunnen veel mooie projecten, activiteiten en acties uitgevoerd worden.”

Samen met de stichting Steenuilenwerkgroep Drenthe en de vereniging voor natuurbescherming Zuidwolde e.o. zijn we genomineerd. Daarover schrijft de jury: “De stichting zet zich sinds 2000 in voor het ‘nieuwe’ natuurgebied dat is ontstaan in de Kop van Drenthe, onder de rook van Groningen. In het gebied, dat ook als waterbergingsgebied is aangemerkt, komt ze vooral op voor het behoud en de ontwikkeling van de unieke natuurwaarden die zijn ontstaan. Jaarlijks levert ze onder meer een uitgebreid en professioneel broedvogelrapport op, maar brengt ze ook actief en constructief het belang van de bijzondere flora en fauna voor het voetlicht bij allerlei ruimtelijke plannen in en rondom het gebied. De stichting, met een relatief kleine harde kern, heeft veel donateurs – ook wel Onlanders genoemd – aan zich weten te binden. Ze is daardoor een belangrijke sparringpartner voor de terrein beherende organisaties en overheden en omvangrijk in haar werkzaamheden en invloed.”

We zijn erg blij met deze nominatie. We gaan nu schrijven aan een ambitieplan waarin we aangeven hoe we het prijzengeld willen gaan inzetten voor onze verdere ontwikkeling en het waar maken van onze ambities. De prijs is een bedrag van € 5.000 voor de winnaar en € 1.000 voor de andere genomineerden. Dit geldbedrag moet uitgegeven worden aan een project op het gebied van natuur, landschap, erfgoed of biodiversiteit. Eind november zal de uitslag bekend zijn. Meer informatie op www.cultuurfonds.nl.

Lieselot Smilde, 6 juli 2024

 

Excursie door de Lettelberterpetten

 

Foto: Leo Stockmann

Jaarlijks komen bestuur van Natuurbelang De Onlanden en vertegenwoordigers van IVN Vries, IVN Westerkwartier, IVN Roden-Norg, IVN Eelde-Paterswolde, IVN Groningen-Haren, KNNV Groningen en WAD (Werkgroep Avifauna Drenthe) bijeen voor een vergadering en een excursie. Op zo’n manier krijgt Natuurbelang Onlanden ook informatie binnen van de aangrenzende natuurverenigingen.

Op zondagmorgen 23 juni 2024 waren zes personen aanwezig voor de excursie door de Lettelberterpetten. We werden op de beheerboerderij van het Groninger Landschap aan de Hooilanden te Lettelbert ontvangen door Herman de Meijer van IVN Westerkwartier. Hij is ook vrijwilliger beheer in de petten voor het Groninger Landschap. Kopje koffie, plakje koek of stroopwafel, inleidend praatje en toen op pad. Het was zonnig weer bij een temperatuur die tot ruim 20 graden Celsius zou oplopen.

De oude petgaten zijn allang verland door wilgen, elzen en riet, maar er zijn een aantal jaren geleden ook een serie nieuwe gegraven. Daar kan de successie dus opnieuw beginnen. Een Bosrietzanger liet zich duidelijk horen, wat een prachtig gevarieerde zang heeft die toch. Ook enkele tuinfluiters deden goed hun best. Er moest ook de Grote weerschijnvlinder aanwezig zijn. Die zagen we niet ondanks af en toe getuur naar de toppen van de wilgen waar de vlinder haar eitjes afzet en de rupsen van de bladeren eten. Wel zagen we enkele Barnsteenslakjes zitten op de vegetatie. Soms wacht hen een gruwelijk lot bij een infectie door een parasitaire worm. Zoek maar eens op internet.

Vanaf de uitkijktoren hadden we een prachtig uitzicht op het Leekstermeer en de oeverlanden. Een drietal paren boerenzwaluw maakte gebruik van de opgehangen kunstnesten in de hut. Door het moerasbos loopt een smal vlonderpad met af en toe een breder passeerstuk. Niemand viel de eer te beurt in het water te vallen, al gaf een schuin liggend stuk zeker aanleiding daartoe. Eelke ontdekte Gevlekte witsnuitlibellen in een nieuw petgat. Er groeide daarin ook wat Krabbenscheer. De daaraan gerelateerde Groene glazenmaker, groot afgebeeld op het infobord, zagen we helaas niet. Herman hoopte enkele Zeggenkorfslakjes te laten zien. Kleinere slakjes, huisje ca 2.5 mm hoog, kun je niet bedenken. Het lukte niet. Onverwacht klonk een luid gezoem boven onze hoofden: een grote zwerm bijen vloog over. Zoiets zie je niet vaak.

Terug bij de beheerboerderij konden we terugzien op een geslaagde excursie.

Leo Stockmann, Natuurbelang De Onlanden

 

Mooi resultaat 1000-soortendag in De Onlanden: In 1 dag en nacht 925 soorten gevonden!

Bioblitz-1000-soorten

Roderwolde, 24 juni 2024 – Na de nodige analyses zijn de resultaten van de 1000-soortendag bekend die Stichting De Onlanden samen met Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer heeft georganiseerd. Zo’n 40 enthousiaste vrijwilligers trokken op 8 juni de Onlanden in met elk hun eigen kennis en specialisme. Die nacht was al een vleermuizen telling gedaan en zijn nachtvlinder vallen geplaatst.

DE ONLANDEN IS EEN BRON VAN BIODIVERSITEIT 

Er zijn op de 1000-soortendag maar liefst 1.991 waarnemingen ingevoerd en er zijn 925 soorten gevonden. Er is gebruik gemaakt van BioBlitz van Waarneming.nl. Klik hier om naar de BioBlitz 1000-soortendag De Onlanden 2024 te gaan.

Van de gevonden soorten staan 7 als ‘zeer zeldzaam’ aangemerkt, waaronder de rossige schaatsenrijder en een aantal korstmossen. Nog eens 29 zeldzame soorten zijn gevonden, waaronder de waterspitsmuis, boszegge en paardehaarzegge, veenreukgras en witwang stern.

Dat het doel van 1000 soorten nét niet helemaal gehaald is, wijten de vrijwilligers aan de koude en winderige nacht die gevolgd werd door natte en koude dag. Daardoor vielen met name de aantallen nachtvlinders en andere insecten tegen.

Al met al kijkt Stichting De Onlanden terug op een zeer geslaagde dag.  Er was veel enthousiasme en uitwisseling van kennis. Er waren ontmoetingen van oude bekenden en er zijn nieuwe contacten gelegd. Waar de vrijwilligers het allemaal over eens waren is dat De Onlanden een prachtig natuurgebied is en een bron van biodiversiteit!

 

6 mei 2024 - De Fitis

Als kind maakte de dodenherdenking een belangrijk deel van mijn opvoeding uit. Met de nodige regelmaat kwam ik dus mezelf tegen in een eindeloze rij mensen die allemaal luisterden naar het gebeier van de klok op de Waalsdorpervlakte. In mijn herinnering brak er bij het aanbreken van de twee minuten stilte een oorverdovend vogelconcert los. Als kind dacht ik dat die vogels blij waren dat de herrie van die klok eindelijk voorbij was. Eigenlijk denk ik dat nog steeds.

Afbeelding van een Fitis Fitis – Foto: Ko Katsman

Een van de soorten die je altijd hoorde tijdens de twee minuten stilte is de Fitis. Ik hoor de Fitis nog steeds, maar nu van achter de tv bij de uitzending van de dodenherdenking. Zijn liedje is een droevig dalend wijsje. Als geheugensteuntje wordt er wel tekst gemaakt bij de melodie. Voor de Fitis is dat: “het is mooi weer, maar het blijft niet zo”. Zo zijn er veel meer teksten bedacht, voor de oudere vogelliefhebbers onder ons: de Roodmus (heel zeldzaam) zingt Please to meet you van de Stones.

Afbeelding van een RoodmusRoodmus – Foto: Ko Katsman

Maar terug naar de Fitis, het is een heel klein grijsgroen vogeltje. Bijna niet te onderscheiden van de Tjiftjaf. Die roept gelukkig zijn eigen naam, dat maakt inventariseren een stuk makkelijker. Je zou het niet zeggen, maar op Europese schaal gaat de fitis nogal achteruit. Hij eet uitsluitend insecten. Daarom wordt het instorten van de insectenpopulatie als oorzaak genoemd. Maar ook de verslechterende situatie in de overwinteringsgebieden wordt vaak als oorzaak genoemd. Ze overwinteren helemaal in de Sahelzone. De weersomstandigheden daar spelen natuurlijk een rol bij de overlevingskansen. Bedenk dan ook dat ze heen en terug over de Sahara moeten vliegen. Dat is ook best een uitdaging.

In De Onlanden is van een achteruitgang gelukkig geen sprake. Als je in De Onlanden gaat wandelen, dan hoor je zodra er wat struikjes in de buurt zijn wel een fitis zingen. In het broedvogelrapport 2023 worden 528 broedparen genoemd. Nou ja, zingende mannen, ongepaarde mannen zingen ook dus het is maar de vraag hoeveel broedparen er in werkelijkheid in de Onlanden zijn. Het zijn er in ieder geval genoeg om van te genieten.

Jaap van der Steen, 6 mei 2024

 

 

12 april 2024 - Riet

Voor het oog blijft het erg lang winter in de Onlanden. Dat komt door al dat dorre riet. Dat blijft maar gewoon de hele winter en een groot deel van het voorjaar staan en zo duurt het heel lang voor het allemaal weer fris groen oogt.

De Latijnse naam van Riet is Phragmites australis , maar er circuleert ook een synoniem en dat is Phragmites communis. Communis betekent algemeen en dat klopt, want Riet is een veel voorkomende plant.

Riet mag dan algemeen zijn, het is wel een heel bijzondere plant. Hij kan het helemaal alleen. Allerlei andere planten hebben heel ingewikkelde samenlevingsvormen bedacht met schimmels en insecten, anders doen ze het gewoon niet.

Neem bijvoorbeeld de Rietorchis, waar wij met z’n allen straks weer reikhalzend naar uit lopen te kijken. Zonder een schimmel die het plantje voorziet van mineralen en die hem helpt om water op te nemen doet ie het gewoon niet.

Rietorchis – Foto: Ko Katsman

Nee… dan het “gewone “Riet. Zijn zaden laat hij verspreiden door de wind, geen gedoe met insecten.

Het enige wat Riet dan nog nodig heeft, is vochtige grond! Het rietzaad ontkiemt en de plant begint aan een enorme opmars. Is de grond zo dicht dat er geen zuurstof in doordringt, dan is dat geen probleem. De wortels hebben luchtkamers en zo neemt de wortel zijn eigen zuurstof mee. Op deze manier kunnen de wortels dieper de bodem in dan veel andere soorten

Wordt het wat te droog of te nat dan vormt de plant soms meterslange liggende stengels. Op de knopen van de stengels ontwikkelen wortels en zo kan de plant heel snel grote stukken land innemen.

Als je dan bedenkt dat Riet hetzelfde trucje ook onder de grond uithaalt met wortelstokken, dan pas besef je waar die enorme rietvelden vandaan komen.

Rietvelden in het Onlander landschap – Foto: Jaap van der Steen

Tenslotte, als Riet er een keer staat, dan laat het zich niet zo snel verdringen door andere planten. Wisselende waterstanden is voor Riet geen probleem, komt de plant in wat dieper water terecht, dan worden de stengels gewoon wat dikker om beter bestand te zijn tegen de golfslag.

Uiteindelijk gaat Riet ten onder aan zijn eigen succes. De dorre stengels komen op de grond te liggen en langzamerhand wordt de grond droger waardoor bijvoorbeeld wilgen de kans krijgen om te ontkiemen en het riet land verandert langzaam in een wilgenbos.

Dit zie je in de Onlanden al hier en daar op gang komen.

In Noord Amerika is Riet overigens een invasieve exoot. Daar hebben ze net zoveel last van Riet als wij in de Onlanden van de Grote waternavel.

Jaap van der Steen

 

4 april 2024 - Komt de Lelylijn straks langs De Onlanden?

Dit jaar wordt een verkenning uitgevoerd ten aanzien van de haalbaarheid van de Lelylijn, een snelle treinverbinding tussen de Randstad en het Noorden. Er wordt een eerste inschatting gemaakt van de effecten op bijvoorbeeld natuur, landschap, water, bodem, landbouw en wonen. Ook de kosten worden in beeld gebracht en financiering gezocht. Er zijn verschillende tracés in beeld waarvan eentje langs De Onlanden loopt. Dit jaar moet duidelijk worden of de Lelylijn er komt of niet (of dat aanvullend onderzoek nodig is). Meer informatie over de Lelylijn is te vinden op de website van de Lelylijn.

Onze stichting is gevraagd om mee te denken over de effecten op natuur en landschap. Dat wil niet zeggen dat we instemmen met de komst van de Lelylijn. Het is een grote ruimtelijke ingreep die hoe dan ook negatieve effecten op de natuur zal hebben. Onlangs hebben we daarover een kort interview afgegeven. Deze leest u hieronder.

Wat kan de Lelylijn volgens jou betekenen rond De Onlanden?

“De Onlanden ligt op het kruispunt van twee belangrijke landschapsecologische systemen: het beeksysteem dat vanaf het Drents Plateau (Fochteloërveen) naar de Waddenzee stroomt én de Laagveengordel die zich van Fryslân, onder de stad Groningen door, naar Duitsland uitstrekt.

De Lelylijn betekent een enorme ingreep in deze systemen. Dit zal hoe dan ook negatieve effecten hebben op de natuur. In de plannen zoals nu gepresenteerd, loopt de Lelylijn mogelijk door de Laagveengordel. Dat zal tot verstoring leiden van bijvoorbeeld het dal van de Oude Riet, het Leekstermeer en De Onlanden. De Lelylijn doorsnijdt het beeksysteem van Drents Plateau tot Waddenzee. Dat zal leiden tot verdere versnippering van dit voor Nederland nog betrekkelijk natuurlijke systeem. Tenslotte is de verwachting dat de Lelylijn de stedelijke ontwikkeling zal versterken en dat zal de recreatiedruk op de natuur, die al hoog is, verder laten toenemen.”

Welke uitdagingen brengt de Lelylijn volgens jou met zich mee?

“De druk op de natuur in Noord-Nederland zal dus verder toenemen. Enerzijds wordt in de regio hard gewerkt aan het meer natuurlijk maken van het watersysteem. Anderzijds grijpen menselijke activiteiten ten behoeve van mobiliteit, wonen en werken steeds dieper in het natuurlijke systeem in. De grote uitdaging is om natuur en natuurlijke systemen integraal mee te nemen in het ontwerp: niet alleen mitigeren of compenseren maar écht ruimte creëren om de achteruitgang van planten en dieren te keren.” 

Welke kansen en mogelijkheden zie je?

“Bovenstaande geldt niet alleen op regionale schaal maar voor het hele traject van de Lelylijn. Eén van de drie beoogde tracés van de Lelylijn loopt bijvoorbeeld grofweg van de Oostvaardersplassen, via de Friese natuurgebieden naar de Groninger Laagveengordel. Dat is een belangrijke natuurverbinding waar de Lelylijn ruim baan voor zou kunnen geven.”

Als je de projectorganisatie Lelylijn één tip kon geven, wat zou dat zijn?

“Neem vanaf het begin de mobiliteit van dieren en planten gelijkwaardig, integraal en ruimhartig mee in het ontwerp van de Lelylijn. Werk niet alleen vanuit mensen en het verbinden van stedelijke gebieden, maar ook vanuit andere medebewoners (dieren, planten en andere organismen)

Waar we deze planeet mee delen en het verbinden van hun leefgebieden. Het gelijkwaardig meewegen en meenemen van onze medebewoners van de aarde is, denk ik, iets wat we in deze tijd heel erg nodig hebben om alle crises het hoofd te bieden.”

Plaatje traject Lelylijn

Plaatje Lelylijn -bron Treinweb