Beweging I: Ondergronds
Schemering. Een windvlaag dempt de rust en zet de bladeren in beweging. Elk individueel blad ritselt, maar in samenhang vormen ze een ritme. Tintelend als bekkens in de ochtendstilte. Muzikanten verschijnen uit donkere hoekjes en hoge grassen. Sommige voorzichtig en schuw, andere met geroezemoes. Het muzikaal gezelschap van De Onlanden vestigt zich in hun formatie. De zonnestralen blakeren met hun eerste licht op het begin van de dag. Dit symfonieorkest rekent zich rijk op vele manieren: in hoeveelheid, diversiteit en kwaliteit van leven. Ook is het vaardig, het speelt immers levenslang. Samen onderhouden ze de harmonie van hun ecosysteem.
Misschien denkt u, ik heb het nog nooit horen spelen. Maar heeft u dan echt geluisterd? Het repertoire echoot eindeloos door het gebied.
Dan, alsof een baton wordt geheven, begint het orkest.
Lees verder: Symfonie der OnlandenRegenworm – dirigent rechterhand
Met mijn langwerpigheid
Sterk en
minstens honderd segmenten
rijk, terwijl ik niet
naar and’ren kijk of
ogen heb
Maar mijn ritme wordt gevolgd
Worm, vorm een stelsel
Overal waar ik voorbijga
Nu in driekwartsmaat
en een spoor van tunnels
achter laat
Vergis je niet
Ik doe dit niet alleen voor mij
maar ook daar boven
Als zuurstof door de tunnels glijdt
Ik me het organisch materiaal
mijn mond toereik
En via trillingen
Neem ik onheil waar
Immers gekozen voor de onderwereld
Waar alles dus begint
Nu ben jij
net zo blind als ik
Want alles wat ik doe
dat wist en zag je niet
Mycorrhiza – dirigent linkerhand
Een ruime verspreiding van
wortels als draden in de aarde
Bewegend vrij en expressief
Schimmel die met plant
verbonden is
Als die schimmel
een verlenging van de wortels is
Verspreid zo omvangrijk
Een mutualistische relatie die
eeuwig kan zijn
En zal presteren
Symbiose die
elkaar van nood zal weren
Zorgend voor detail
en absorbeert de mineralen
Die naar planten gaan
In ruil voor suikers
En blijft de
verbinding
goed bestaan
Beweging II: Water
Ondergronds en buiten het oog omstreden, is er veel meer zo blijkt. We gaan omhoog. Water verschuilt zich in de grond, maar is ook open en breed gerealiseerd in de Onlanden. Het is natuurgebied, maar tevens waterberging. Niet alle muzikanten durven het water in, terwijl sommige niet beter weten. De grote vloeibare spiegel, koud en barstend van verborgen leven, geeft ruimte aan vloeiend spelende musici.
Waterringen ontstaan in de plassen en verraden onze houtblazer. Gauw gaat hij kopje onder. In de Lettelberter Petten lijkt iemand anders de weg kwijt te zijn. Was het hier ooit droger? Misschien dat u het weet. De harpist waadt door het moeras. Het waterroofdier, bekend in dit element, en de hertachtige indringer spelen hun partijen.
Otter – fagot
Gestroomlijnd
uitgestrekt lichaam dat
zoekende naar
leeftocht door
het water glijdt
Zijn bovenvacht met haren lang
die zo isolerend zijn
ondervacht van
droogte doen verschaffen
Water zijn thuis
Omsingeld door
riet aan de oever en
daarop het riet dat
mede als zijn mondstuk dient
Veroorzaakt trilling en doet galmen
Vibraties die hij met
snorharen en wenkbrauwen
tevens onder water
ondervindt
Ree – harp
Als ik spring
Lukt het dan
Kan ik winnen
van het water zo
gestegen
Niet verlegen in hoe het zich
manoeuvreert tot
de hoogte
waar ik nu in sta
Als het voorzichtig plukken
van de snaar
Alsof gestolen
verlies ik mijn hoeven
Benen in
water gedoken
Gehuld in vloeibare groeven
Maakt ‘t me ondersteboven
Want zie
De andere ik
Gespiegeld in het nat
Ikzelf tussen grassen
Verdiept in
eeuwiger moerassen
en uit het zicht gejat
Beweging III: Bovengronds
Een spetterende voorstelling tot zover. Maar het is nog niet voorbij. Ook op het land ligt een melodie. Het drasland is een thuis voor allerhande organismen. Daarnaast toegankelijk voor reizende muzikanten, die al gauw een positie in de symfonie kunnen aannemen. Het is tussen bodem en lucht waar iedereen samenkomt. Vogels die hun vleugels rusten, een regenworm die even boven komt. Ook waar u een plekje heeft gekregen om te luisteren. Er wordt geritseld, er wordt gegraasd. Wie zorgt er voor dat ritme?
Fazant – bekkens
De wind
houdt haar adem in
Hoor het geritsel
In ‘t hoge riet
De ritselaar is
voor alles in zicht
Zijn kop deels bloedrood
deels donkergroen
Dus gauw gezien
Zoekende naar
die beschutting
Wachtende op
de zucht van de herfst
Zodat niemand hem hoort
Werkt als vermomming
Hij wacht met ogen alert
Ver open
En zal niet krijsen nu
Nog draaiend met zijn kop
Maar daar klinkt dan de wind
En de fazant?
Vertrekt in sprint
Limousin koe – tuba
Grazend want
agrarisch goed
Snuit in gras gestoken
In het groen gedoken
Tot dan uitgekozen
Ben ik vleeskoe
Maar meer dan eigendom
Want ik mag eerlijk leven
Tezamen met mijn zusters
is het beter en
ook tijdig, niet vergeten
Geloei in diepte en in verte
Geeft ons een naam
Mijn laag geluid weerklinkt
Ik blijf bestaan
Beweging IV: Lucht
Het drasland lijkt verder weg en is meer in volledigheid waar te nemen. We zijn gestegen en tussen de wolken. Het was al even te zien in de weerspiegeling van het water, maar ook de lucht maakt een plekje vrij voor leden van het symfonieorkest. De hemel waarin gevlogen wordt, door vogels groot en klein. Daar waar roofvogels alles in de gaten houden en zwermen naar het zuiden trekken. Ze vliegen hoog en laag, ze beklimmen de toonladder als geen ander. Ook iemand van de strijkers en een kleine houtblazer vliegen daar, klaar om hun stuk te laten horen.
Grote zilverreiger – cello
‘t Wit gewapper van de vleugels
Als penseelstreken op ‘t canvas van
de lucht
Spierwit en
sierlijk en traag
Als de strijkstok vibreert
over slechts één snaar
De nek is krom
Bijna liggend op ‘t wolkendek
Stelten opgeborgen
En dan daalt hij in toonhoogte
Steeds dichter bij ‘t oppervlak
Het water
Als hij landt en die stelten
zich ontvouwen uit hun
vluchtpositie
En ‘t water hem ontvangt,
klinkt een explosieve slag in ‘t nat
en zo ook alle snaren weer
Als hij zich waadt door ‘t water
Lucht verlaten met geschater
En nu een solo speelt
Bijna arrogant hoe
Hij zich zo luid verkondigd
en toch terstond
een prooi tegenkomt
Stern – piccolo
Daar klinkt een solist
Een kleine sopraan met veren
gekleed in wit
Ze gaat en
vliegt enig door de lucht
die door haar kleed eerder grijs oogt dan wit
Ze onderbreekt haar
gefladder met
enkele pauzes
Waarin
ze zich
door de wind
laat opvangen in kort ogenblik
tot ze haar vleugels weer
in beweging zet
Ze kiest voor de val
Maar stort niet neer
Een ritmisch tafereel
voor een simpele vlucht
Alsof ze
een toonladder aanhoudt in de lucht
op en neer
En zo klinkt haar fluiten hoog en kort
als haar pauzes
gelijktijdig weer
Outro
Plots galmt een explosieve knal. De symfonie stopt abrupt. Een zwerm vinken vliegt op en vlucht naar het noorden. Gevolgd door de grote zilverreiger, een roerdomp en meer gevederde leden van het orkest. Ook een paar otters en bevers duiken weg. In de verte blaft een hond. Er is een moment stilte. De overgebleven muzikanten houden gezamenlijk hun adem in en blijven roerloos op hun plaats. Hun instrumenten stevig vastgeklemd. Als ruis is alleen de wind nog hoorbaar. Dan, een tweede knal. Weer schrikt een deel van het orkest en klinkt er geritsel van vluchtende muzikanten tussen de grassen.
Iemand steekt vuurwerk af ten zuiden van de Onlanden. De knallen verstoren de maat van de muziek, het ritme is weg. Het beroert de natuur. Uit haar concentratie gehaald, valt ineens de verkeersvervuiling van de nabije snelweg op. Deze dissonantie is een misdaad. Hoort u het nu?
Maar de baton wordt geheven en de resterende instrumentalisten knikken naar elkaar en volgen. Tegen de knallen en de verkeersoverlast in, spelen ze als nooit tevoren. Er klinkt geplons in het water. De otters en de bevers voegen zich bij het gezelschap. Het geritsel van meer wederkerende spelers draagt bij aan het slagwerk. In de verte vliegen de vogels terug. Ze landen al spelend. Een kakofonie breekt los en de symfonie fuseert bijna compleet met het tegengeluid. Maar weet wie zuiver speelt.
De Symfonie der Onlanden echoot van Groningen tot Drenthe.
Hanna Komans
1e jaar Bachelor Nederlandse Taal en Cultuur
Opdracht: “Schrijf een non-fictie verhaal over De Onlanden, vanuit een niet-menselijk perspectief”